Buiten de literaire canon: Literatuur van vrouwen uit de arbeidersklasse en modernisering van Zuid-Afrika in de eerste helft van de 20e eeuw

  • Małgorzata Drwal Uniwersytet im. Adama Mickiewicza w Poznaniu
Słowa kluczowe: prasa związków zawodowych; literatura kobieca; kanon literacki; Klerewerker/ Garment Worker; socjalizm

Abstrakt

Poza kanonem literackim — literatura kobiet z klasy robotniczej a modernizacja Afryki Południowej w pierwszej połowie XX wieku

Artykuł koncentruje się na tekstach literackich opublikowanych w czasopiśmie Związku Zawodowego Przemysłu Odzieżowego (GWU) Klerewerker/Garment Worker. Związek ten, zrzeszający głównie kobiety, powstał w 1930 r. w Johannesburgu, w czasie, gdy w Afryce Południowej zachodziły znaczące przemiany gospodarcze i społeczne, które ogólnie można określić mianem modernizacji. Autorka pokazuje, że periodyk Klerewerker/Garment Worker, propagując ideologię socjalizmu wśród robotnic, stworzył nowy model kobiecości poprzez modyfikację istniejącego wcześniej, zakorzenionego w tradycji afrykanerskiego nacjonalizmu, wzorca Volksmoeder (tj. matki narodu). Ponadto formy literackie zamieszczanych w czasopiśmie tekstów stanowiły równoległą do kanonu linię rozwoju literatury w języku afrikaans, mimo że były one postrzegane przez krytyków wyłącznie jako propaganda socjalistyczna.

Analiza wybranych opowiadań i dialogów napisanych przez działaczki GWU koncentruje się na powtarzających się motywach i konwencjach literackich oraz celach, które dzięki tym publikacjom chciano osiągnąć. Autorka konkluduje, że teksty te można interpretować jako kontrdyskurs wobec dominujących tendencji ujednolicających literaturę tworzoną w afrikaans w latach trzydziestych i czterdziestych XX wieku. Przytoczone przykłady literatury klasy robotniczej, nieograniczonej dominującym gustem literackim klasy średniej, mogą być postrzegane jako formy, które zapewniły autorkom względną niezależność wyrazu. Poza tym teksty te ilustrują, w jaki sposób prądy obce wobec kanonicznej literatury omawianego okresu, takie jak socjalizm i feminizm, były obecne w debacie kulturowej i społecznej.

Buiten de literaire canon: Literatuur van vrouwen uit de arbeidersklasse en modernisering van Zuid-Afrika in de eerste helft van de 20e eeuw

Dit artikel richt zich op literaire teksten gepubliceerd in Klerewerker/Garment Worker, het tijdschrift van de Garment Workers’ Union. Deze organisatie die voornamelijk uit Afrikaner arbeidsters bestond, werd in 1930 in Johannesburg opgericht, tegen de achtergrond van economische en sociale veranderingen die collectief als modernisering omschreven kunnen worden. Er wordt gesteld dat Klerewerker/Garment Worker, met haar doel om de ideologie van het socialisme onder de vrouwen uit de arbeidersklasse te verspreiden, een modern model van vrouwelijkheid heeft geschapen. Bovendien constitueerden de literaire vormen in het tijdschrift een parallelle lijn met de ontwikkeling van de canonieke literatuur in het Afrikaans, hoewel ze door critici als socialistische propaganda werden beschouwd.

In de analyse van geselecteerde korte verhalen en dialogen gepubliceerd in het tijdschrift wordt de nadruk gelegd op herhalende motieven, literaire conventies en de doelstellingen die de auteurs probeerden te bereiken. De literaire teksten in het tijdschrift, vrij van beperkingen opgelegd door de literaire smaak van de dominante middenklasse, fungeerden als een vorm die tijdelijk een relatieve onafhankelijkheid van uitdrukking aan de Afrikanervrouwen bood. Bovendien geven deze teksten inzicht in hoe moderne bewegingen, zoals socialisme en feminisme, aanwezig waren in het culturele en sociale debat.

Bibliografia

Anon. 1940. ‘Rype Ondervinding.’ Klerewerker/Garment Worker, februarie 1940, p. 14 en april/mei 1940: 13

Anon. 1947. ‘Die plig van ’n fabriek verteenwoordiger.’ Klerewerker/Garment Worker, mei/junie 1947: 1–4.

Brink, Elsabé. 1984. Plays, Poetry and Production: The Literature of the Garment Workers. Johannesburg: ASSA Conference.

Brink, Elsabé. 1987. ‘Maar ’n Klomp ‘factory’ Meide: The Role of the Female Garment Workers in the Clothing Industry, Afrikaner Family and Community on the Witwatersrand During the 1920s.’ In Belinda Bozzoli (ed.). Class, Community, and Conflict: South African Perspectives, 177–208. Johannesburg: Ravan Press.

Brink Elsabé 1989. ‘Purposeful Plays, Prose and Poems: The Writings of the Garment Workers, 1929–1945.’ In Cherry Clayton (ed.). Woman and Writing in South Africa, 107–127. Marshalltown: Heinemann.

Brink, Elsabe 1990. ‘Man-Made Women: Gender, Class and the Ideology of the Volksmoeder.’ In Cherryl Walker (ed.). Women and Gender in Southern Africa to 1945, 273–292. Cape Town: D. Philip.

Conradie, Pieter. 1996. ‘Redefining Identity: A Survey of Afrikaans Women Writers.’. Alternation 3, 2: 67-75.

Coetser. J.L. 1999. ‘KWU-werkersklasdramas in Afrikaans (ca. 1930 – ca. 1950).’ Literator 20, 2, aug. 1999: 59-75.

Coetzee, Ampie. 2000. ‘n Hele os vir ‘n ou broodmes. Grond en die plaasnarratief sedert 1595. Pretoria-Kaapstad: Van Schaik-Human & Rousseau.

Coetzee, John M. 1988. White Writing. On the Culture of Letters in South Africa. New Haven & London: Yale University Press & Johannesburg: Radix.

Du Toit, Marie. 1921. Vrou en feminist, of iets oor die vrouevraagstuk. Bloemfontein: Nationale Pers.

Huigen, Siegfried. 2009. ‘Kwesties van literariteit en (dis)continuïteit in Nederlandstalige Zuid-Afrikaanse literatuur.’ Tijdschrift voor Nederlandse Taal- en Letterkunde 125: 253–263.

Koch, Jerzy. 2012. Historia Literatury Południowoafrykańskiej: Literatura Afrikaans: (Okres Usamodzielnienia 1900-1930). Warszawa: Wydawnictwo Akademickie DIALOG.

Lourens, Amanda. 1997. ‘Afwesig uit die kanon: Die prosageskrifte van die Klerewerkers,’ Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans. Jaargang 4 (2), december 1997. URL: http://www.dbnl.org/tekst/_tyd001199701_01/index.php (toegang 20.03.2016)

Malherbe, Mabel. 1950. Die Boerevrou-Boek: Saamgestel uit die eerste Afrikaanse vroueblad, Die Boerevrou. Pretoria: J.L. van Schaik.

Mawbey, J. 1978. ‘Afrikaner Women of the Garment Union during the Thirties and Forties.’ In Eddie Webster (ed.). Essays in Southern African Labour History, 192-206. Johannesburg: Ravan Press

Moodie, T Dunbar. 1980. The Rise of Afrikanerdom: Power, Apartheid, and the Afrikaner Civil Religion. Berkeley: University of California Press.

Myburg Mary, Maud Goldwyer. 1939.‘’n Staaltjie uit die Lewe van Twee klerewerksters.’ Klerewerker/Garment Worker aug. 1939: 8–9.

Postma, Willem (Dr. Okulis). 1918. Die Boervrouw: Moeder van Haar Volk. Bloemfontein: Nasionale Pers.

Stander Christell, Hein Willemse. 1992. ‘Winding through Nationalism, Patriarchy, Privilege and Concern: A Selected Overview of Afrikaans Women Writers.’ Research in African Literatures. 23, 3: 5–24

Stockenström, Eric. 1921. Vrou in die geskiedenis van die Hollands-Afrikaanse volk: ’n Beknopte oorsig van die rol wat die vrou in die geskiedenis van Suid-Afrika gespeel het in die 350 jaar tussen 1568–1918. Stellenbosch: Pro Ecclesia.

Totius. 1977. Versamelde werke 7: Die staat, maatskappy, taal en kultuur. Ed. Hertzog Venter. Cape Town: Tafelberg.

Van Coller, H. P. 2011. ‘Literatuur in die marge: Die plek van die middelmoot-literatuur.’ Litnet Akademies: ’n Akademiese Joernaal vir die Natuurwetenskappe, Regte, Geesteswetenskappe en Godsdienswetenskappe. 8, 2: 66–111.

Van Niekerk, Annemarié. 1994. Vrouevertellers 1843–1993. Kaapstad: Tafelberg.

Van Niekerk, Annemarié. 1999. ‘Die Afrikaanse vroueskrywer van egotekste tot postmodermisme (18e eeu – 1996).’ In Hennie P. van Coller (ed.). Perspektief & Profiel. ’n Afrikaanse literuurgeskiedenis. Deel 2, 305–443. Pretoria: Van Schaik.

Vincent, Louise. 1999. ‘A Cake of Soap: The Volksmoeder Ideology and Afrikaner Women’s Campaign for the Vote.’ The International Journal of African Historical Studies 32, 1: 1–17.

Vincent, Louise. 2000. “Bread and Honour: White Working Class Women and Afrikaner Nationalism in the 1930s.” Journal of Southern African Studies 26, 1: 61–78.

Venter, C.W.B. 1944. ‘Pure Goud.’ Klerewerker/Garment Worker, november/december 1944: 14.

Opublikowane
2019-10-23